Aanleiding en achtergrond:
Veenslib als probleem
Sinds de vervening in de 17de eeuw vindt vorming van veenslib plaats, dit is eigen aan een veengebied zoals de Loosdrechtse Plassen. Jaarlijks is er een aanwas van 15.000 tot 20.000 kubieke meter. Dit leidt tot verondieping en verslechtering van de waterkwaliteit en doorzicht.
Naar schatting is er nu in totaal 2,5 miljoen m3 slib op de bodem en zwevend in de waterkolom (in 1e t/m 5e Plas). Een deel van het slib hoopt zich door wind en stroming op in luwe gedeelten van de plas o.a. aan de Veendijk in de 1e plas. Verder bevindt de ophoging zich veelal aan de westzijde van de plassen (2e en 3e Plas). Het hoopt zich ook op in jachthavens en sloten doordat het slib in het stilstaande water bezinkt.
Gevolgen voor recreatie: In de 1e Plas is de grootste concentratie van ondernemers aan de plassen en levert het veenslib acuut hinder op voor de recreatievaart en de aanwonenden, met name aan de Veendijk en de hoek Veendijk – Oud Loosdrechtsedijk.
Gevolgen voor behalen doelen waterkwaliteit en natuur: Met name het zweefslib (door golfslag opgewerveld slib) verhindert het bereiken van de doelen uit de Kaderrichtlijn Water (KRW) en Natura 2000.
Potentiële oplossing, toepassing als bouwstof
Problemen met verval legakkers: Nieuwe slibaanwas in de plassen is het gevolg van o.a. bladafval en het afkalven van oevers. Dit speelt met name bij legakkers. Vanuit cultuurhistorisch, ecologisch en recreatief opzicht, de identiteit en het historisch karakter van het gebied, vraagt een aantal legakkers in de Loosdrechtse Plassen dringend om herstel. Eerder toegepaste herstelmethoden met damwanden zijn duur (ong. € 300-400,- per meter) en roepen in de huidige vorm vragen op met betrekking tot de natuurwaarde, duurzaamheid en hoge kosten bij vervanging. Wellicht biedt veenslib perspectief als grondstof voor de aanleg van natuuroevers die legakkers beschermen tegen erosie, als basis waar riet op kan groeien die tegelijk nieuwe habitat voor vogels /fauna creëert.
Stand van zaken pilotproject
Vorig jaar is, als onderdeel van het Masterplan Oostelijke Vechtplassen, een projectvoorstel ‘quick-win veenslib’ opgesteld. Dit pilotproject vormt een eerste concrete stap voor de aanpak van de baggerproblematiek en voor het verbeteren van de waterkwaliteit in de Vechtplassen. Door een pilotproject te starten kan worden bereikt dat reeds in 2016 feitelijk wordt gestart met het aanpakken van de veenslib problematiek in de Eerste Loosdrechtse Plas. Met deze nog beperkte proef wordt bezien hoe het veenslib kan worden weggehaald en welke verschillende verwerkingsmethoden van veenslib kunnen worden toegepast bij herstel van legakkers en aanleg van natuuroevers. Dit draagt bij aan de bescherming en herstel van het cultuurlandschap en aan het bereiken van de water en natuuropgaven (o.a. Kaderrichtlijn Water en N2000).
Mede op basis van deze pilot-ervaringen kunnen daarna gedegen bestuurlijke afspraken worden voorbereid over een brede en structurele aanpak van de veenslibproblematiek in de Loosdrechtse Plassen.
Afgesproken is om het pilotproject nu gefaseerd uit te voeren. De eerste fase betreft het winnen van veenslib in de eerste Loosdrechtse plas en het verwerken daarvan bij legakkers (in eigendom van het Plassenschap) langs de Muyeveldse Wetering; de tweede fase omvat het winnen van veenslib in de vijfde plas en het verwerken daarvan tegen een legakker in de zuidelijke kievitsbuurt. Ervan uitgegaan wordt dat de eerste en de tweede fase naadloos in elkaar overlopen. De exacte locaties hangen af van de uitkomsten van de natuurtoets en het monsteren (afgerond) van de actuele kwaliteit van het veenslib, zowel langs de Veendijk – waar gebaggerd zal worden – als langs de Oud Loosdrechtsedijk. De precieze pilotlocaties zullen worden opgenomen in het projectplan van de quick win veenslib (december 2015).
Inmiddels is een technische projectgroep gevormd met experts die een plan van aanpak uitvoering op heeft opgesteld. Daarin staat wat we waar doen, risico paragraaf, financiële paragraaf (welke activiteiten komen ten laste van het projectbudget), communicatie en planning.
In december 2015 is een concreet projectvoorstel/plan van aanpak gereed incl. kostenraming. Op basis daarvan kan het Bestuurlijk Overleg oostelijke Vechtplassen definitief besluiten over de start. In deze fase wordt een strook vanaf de oever van de Veendijk tot 100 meter de plas in gebaggerd. De strook ligt behalve op de particuliere eigendommen ook op een perceel van het Plassenschap. In deze strook wordt een hoeveelheid veenslib verwijderd wat moet passen in een depot van ca 50.000 m3 ingedikt veen. In de tweede fase (vijfde plas) gaat het om 15.000 m3.
Uitvoering
Het Plassenschap Loosdrecht e.o. heeft de pilot opgestart en voorbereid. De directie Beheer en Uitvoering van de provincie Noord-Holland zal de pilot vanaf de aanbesteding feitelijk gaan aansturen, gezien hun ervaring met soortgelijke projecten. Indien nodig zal de formele aansturing en de facturering via het Plassenschap blijven lopen.
Kosten en dekking
Totale kosten van het pilotproject zijn geraamd op 1,5 miljoen euro.
Deelnemende partijen: Provincie NH, Plassenschap Loosdrecht e.o., gemeente Wijdemeren, gemeente Stichtse Vecht, Provincie Utrecht, AGV, private partijen Loosdrecht e.o.
Alle betrokken partijen hebben in een bestuurlijk overleg op 18 februari 2015 toegezegd bij te dragen aan de kosten (geraamd op 1,5 miljoen euro) voor het pilotproject, met de volgende verdeling:
Provincie Noord-Holland: € 525.000
Provincie Utrecht: € 225.000
Gemeente Stichtse Vecht: € 120.000
Gemeente Wijdemeren: € 180.000
Hoogheemraadschap Amstel, Gooi en Vecht: € 300.000
Plassenschap: € 75.000
Private partijen: € 75.000.
De € 75.000 voor de private partijen wordt als volgt verdeeld:
Voor de aan de Veendijk wonende leden van de BELP, de overige bewoners van de Veendijk alsmede de jachthavens omvat hun totale bijdrage voor zowel de bemonstering als het baggerwerk € 60.000,–.
De bedrijven langs de Oud Loosdrechstsedijk doen nu al mee in de bemonstering, en betalen daarvoor € 15.000,–.
Toekomst
De uitkomsten en ervaringen opgedaan tijdens de uitvoering van het pilotproject zullen leidend zijn voor de verdere plannen om het veenslib in de de Loosdrechtse Plassen op de langere termijn zodanig te verwijderen, dat kan worden voldaan aan de criteria zoals die zijn vastgelegd in de Kaderrichtlijn Water en Natura 2000.